NGC 2841 is een spiraalstelsel (zonder balk) in het noordelijke circumpolaire sterrenbeeld Grote Beer (Ursa Major). Het werd op 9 maart 1788 ontdekt door de in Duitsland geboren astronoom William Herschel. 
Aanvankelijk werd gedacht dat het ongeveer 30 miljoen lichtjaar verwijderd was, maar een onderzoek van de Hubble Space Telescope uit 2001 van Cepheïden-variabelen van dit sterrenstelsel bepaalde dat de afstand ongeveer 46 miljoen lichtjaar was. De schijnbare, optische grootte van het sterrenstelsel is 8,1’ x 3,5'.

Dit is het prototype voor het "vlokkige" (flocculent) spiraalstelsel, een type spiraalstelsel waarvan de armen fragmentarisch en onderbroken zijn. De morfologische klasse is SAa, wat wijst op een spiraalstelsel zonder centrale balk en zeer strak gewonden armen. Er is geen grote ontwerpstructuur ("design") zichtbaar in de optische band, hoewel sommige binnenste spiraalarmen te zien zijn in het nabij-infrarood. Het helt onder een hoek van 68° ten opzichte van onze zichtlijn vanaf de aarde, waarbij de hoofdas is uitgelijnd langs een positiehoek van 148°.

De eigenschappen van NGC 2841 zijn vergelijkbaar met die van het Andromeda stelsel M31.
Het is de thuisbasis van een grote populatie jonge blauwe sterren en een paar H II-regio's.
De helderheid van het sterrenstelsel is 2×10^10 dat van onze zon en het heeft een gecombineerde massa van 7×10^10 M☉ (zonnemassa's). De schijf van sterren kan worden getraceerd tot een straal van ongeveer 228000 lichtjaar (70 kpc). Deze schijf begint krom te trekken in een straal van ongeveer 98000 lichtjaar (30 kpc), wat wijst op het storende effect van invallende materie uit het omringende medium.

Het rotatiegedrag van het sterrenstelsel suggereert dat er een enorme nucleaire uitstulping is, met een laag-ionisatie nucleair emissielijngebied (LINER) in de kern; een type gebied dat wordt gekenmerkt door spectraallijnemissie van zwak geïoniseerde atomen. Een prominente moleculaire ring draait om een ​​straal van 7-20 kly (lichtjaren), die een stervormingsgebied van gas en stof vormt. De kern lijkt ontkoppeld en er is een tegengesteld draaiend element van sterren en gas in de buitenste delen van de kern, wat wijst op een recente interactie met een kleiner sterrenstelsel.